• Motor
  • Cluster 3

Snelle slalom

De motorrijder rijdt met een hogere snelheid in een vloeiende lijn een combinatie van linker- en rechterbochten.

Wijze van uitvoering

        • Rijd in een rechte lijn richting de eerste pylon.
        • Wijk voor de eerste pylon 3 tot 4 meter uit naar links of rechts.
        • Rijd met een licht trekkende motor.
        • Houd een constante snelheid aan van ten minste 30 kilometer per uur in de tweede of derde versnelling.
        • Rijd met een slalom door de bochten.
        • Stuur vanuit de heupen en/of door verdraaiing van het stuur.
        • Rijd na de laatste pylon in een rechte lijn weg.