Snelle slalom
De motorrijder rijdt met een hogere snelheid in een vloeiende lijn een combinatie van linker- en rechterbochten.
Wijze van uitvoering
- Rijd in een rechte lijn richting de eerste pylon.
- Wijk voor de eerste pylon 3 tot 4 meter uit naar links of rechts.
- Rijd met een licht trekkende motor.
- Houd een constante snelheid aan van ten minste 30 kilometer per uur in de tweede of derde versnelling.
- Rijd met een slalom door de bochten.
- Stuur vanuit de heupen en/of door verdraaiing van het stuur.
- Rijd na de laatste pylon in een rechte lijn weg.